Wetenschap in de praktijk
DTenV-directeuren over de kracht van kennis en dialoog
Wetenschap in de praktijk
DTenV-directeuren over de kracht van kennis en dialoog
Na het succes van de eerste editie kon een vervolg niet uitblijven. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV) organiseerde daarom met enthousiasme het tweede wetenschapsevent: een dag waarop beleidsmakers, wetenschappers en praktijkprofessionals met elkaar in gesprek gaan over de rol van wetenschap in migratie en terugkeer. Luisa Cancedda-Wiegerinck en Martijn Tubbergen, de twee directeuren van DTenV die gezamenlijk opdrachtgever zijn van het kennis- en stakeholderevent, vertellen waarom het zo waardevol is.
De eerste editie van het wetenschapsevent werd enthousiast ontvangen en onderstreepte de kracht van kennisdeling, vertelt Luisa. “Het bracht mensen uit verschillende hoeken samen die vanuit verschillende perspectieven inzichten met elkaar deelden en daarmee kennis uit wetenschap en praktijk combineerden. We wilden ruimte creëren voor reflectie, voor verdieping, voor het samenbrengen van werelden die elkaar niet dagelijks treffen. En het werkte. De respons was overweldigend positief.”
Ook Martijn benadrukt het belang van een continu gesprek tussen wetenschap en praktijk. “Wetenschap staat niet stil. Er zijn voortdurend nieuwe inzichten die ons kunnen helpen bij complexe vraagstukken. Dit event creëert een platform waar we die kennis delen en kritisch blijven kijken naar hoe we werken.”
Dat de wetenschap niet op afstand moet staat, maar juist in verbinding met de dagelijkse praktijk, werd tijdens de eerste editie duidelijk. Daarmee was er ook een duidelijke roep naar een vervolg, om het contact met elkaar te onderhouden. Daarnaast was er verlangen naar verdieping. “We merkten dat veel deelnemers behoefte hadden aan meer tijd om in gesprek te gaan over specifieke thema’s,” vertelt Luisa. “Daar hebben we dit jaar op ingezet. In de nieuwe opzet is er meer ruimte voor interactie met sprekers en deelnemers.”
Die verbinding is volgens beide directeuren essentieel, juist in een complex werkveld als migratie en terugkeer. “De vraagstukken waarmee wij te maken hebben zijn zelden zwart-wit. Wetenschap kan ons helpen om om te gaan met die complexiteit,” legt Martijn uit. “Onderzoek naar bijvoorbeeld motivatie, perceptie van terugkeer of interculturele communicatie geeft inzichten die direct toepasbaar zijn. Niet alleen op beleidsniveau, maar ook in het gesprek dat een regievoerder voert met een vertrekplichtige.”
Tegelijkertijd zien ze dat ook het beleid zelf gebaat is bij wetenschappelijke onderbouwing. “Het is belangrijk dat de effecten van beleid wetenschappelijk zijn aangetoond. Dat is de kern van evidence based beleid,” stelt Luisa. “Het is belangrijk om onafhankelijke wetenschappelijke kennis te benutten om effectief beleid te maken. Beleid dat werkt en waarmee wij kunnen werken. Wetenschappelijke kennis integreren in beleid en praktijk is niet alleen een verrijking, het is noodzakelijk. Juist als die confronterend is. Aannames kunnen niet stroken met de werkelijkheid en mooie plannen op papier niet uitvoerbaar. De wetenschap daagt ons uit bij de feiten te blijven.”
Wetenschap helpt om scherper te kijken naar processen en menselijk gedrag, volgens Martijn. “Onderzoek naar motivatie en vertrouwen helpt collega’s bijvoorbeeld om beter in te spelen op wat iemand nodig heeft in een terugkeerproces. Dat leidt uiteindelijk tot effectievere begeleiding.”
“We hopen dat deelnemers naar huis gaan met nieuwe inzichten, maar vooral met nieuwe vragen,” is de wens van Luisa. Martijn vult aan: “Vragen die hen aan het denken zetten over hun eigen rol, en over wat er nog te leren valt.”
Wat hen betreft is het wetenschapsevent geen losstaande dag, maar onderdeel van een beweging binnen DTenV. “Een cultuur van reflectie, nieuwsgierigheid en leren – dát willen we stimuleren,” besluiten ze. “Want juist in een domein waar menselijke verhalen centraal staan, is het belangrijk om te blijven luisteren. Naar elkaar én naar de wetenschap.”
“Juist in een domein waar menselijke verhalen centraal staan, is het belangrijk om te blijven luisteren. Naar elkaar én naar de wetenschap.”
Luisa Cancedda-Wiegerinck en Martijn Tubbergen